Een gebroken pols is vaak een vervelende en beperkende blessure. De meest voorkomende polsfractuur is een distale radius fractuur. Kenmerkend van een polsbreuk is dat het bereiken van volledig herstel soms tot een jaar of langer kan duren.

Dit artikel is een deel van het e-book: “Herstel van een gebroken pols”. Het artikel en e-book is gericht op personen die een polsbreuk hebben opgelopen en hiervan moeten herstellen. Voor zowel als je geopereerd bent of niet: in dit artikel lees je kennis over onder andere de anatomie van je pols, handige tips en hulpmiddelen, de revalidatie, leefstijladviezen en hoe je opnieuw je fysieke belastbaarheid van je pols opbouwt.

Wil je meer nuttige informatie lezen over het herstel van een gebroken pols zoals onder andere over het voorkomen van complicaties, pijnmanagement, fases van weefselherstel bij een polsfractuur, beweging- en leefstijladviezen en meer? Bekijk dan het e-book "Herstel van een gebroken pols".

Anatomie van de pols en onderarm

Om een polsbreuk beter te begrijpen, is het handig om te weten hoe de pols en onderarm zijn opgebouwd.

Je onderarm bestaat uit twee botten: de radius en de ulna. De radius ligt aan de duimzijde van je arm, terwijl de ulna aan de pinkzijde ligt. Aan beide uiteinden zijn de radius en ulna met elkaar verbonden.

Het onderste uiteinde van de radius vormt samen met drie van de acht handwortelbeentjes je polsgewricht. Deze drie botjes zijn het os scaphoideum, het os lunatum en het os triquetrum. De ulna speelt een minder prominente rol in het polsgewricht, maar is hier wel bij betrokken.

Daarnaast is het goed om te weten dat de termen proximaal en distaal vaak worden gebruikt om de locatie van een bot aan te duiden. Proximaal verwijst naar het begin van een bot, dichter bij het lichaam, terwijl distaal naar het einde van een bot wijst, verder van het lichaam af.

Soorten polsbreuken

Er zijn verschillende soorten polsfracturen:

Distale radius fractuur
Bij een distale radiusfractuur is het uiteinde van de radius (ook wel het spaakbeen genoemd) gebroken. Dit is de meest voorkomende fractuur binnen de polsfracturen.

Os scaphoideum fractuur
Deze fractuur betreft het os scaphoideum, een van de handwortelbeentjes. Dit botje ligt direct aan het distale uiteinde van de radius.

Ulnafractuur
Bij een ulnafractuur is de ulna (oftewel de ellepijp) gebroken. Een geïsoleerde breuk van de ulna komt niet vaak voor en gaat meestal samen met een breuk van de radius.

Styloïdefractuur
Aan de buitenkant van de distale uiteinden van zowel de radius als de ulna bevinden zich bolvormige uitsteeksels, de processus styloïdeus. Wanneer een van deze uitsteeksels breekt, wordt dit een styloïdefractuur genoemd. Een styloïdefractuur staat ook wel bekend als een chauffeurfractuur

Oorzaken en risicofactoren voor het ontstaan van een polsbreuk

Oorzaken

Polsfracturen kunnen ontstaan door diverse oorzaken:

  • Trauma: valpartijen en sportblessures zijn de meeste voorkomende oorzaken van een polsbreuk. Voornamelijk een val op de pols met een uitgestrekte hand naar boven of beneden kan zorgen voor een polsfractuur.
  • Osteoporose: een aandoening die de botdichtheid vermindert, oftewel botontkalking, en het risico op fracturen verhoogt. Vooral bij ouderen.
  • Overbelasting: herhaalde grote impact en stress op de pols zoals bijvoorbeeld bij vechtsporters.
  • Medische aandoeningen: aandoeningen zoals kanker, infecties en genetische botziekten kunnen de botsterkte verminderen en het risico op fracturen verhogen. Osteoporose kan ook een gevolg zijn van bepaalde medische aandoeningen.

Risicofactoren

Risicofactoren die de kans op een botbreuk kunnen vergroten:

  • Leeftijd: ouderen hebben een hoger risico op een polsfractuur vanwege een verminderde botdichtheid en spierkracht. Vanaf ongeveer het 50e levensjaar treedt een versneld verlies van botdichtheid en spierkracht op, een natuurlijk proces dat bekendstaat als sarcopenie en kan leiden tot osteoporose.
  • Geslacht: vrouwen hebben een hoger risico op osteoporose en daarmee gerelateerde fracturen, vooral na de menopauze.
  • Voeding: een dieet dat arm is aan calcium en vitamine D kan de botsterkte verminderen.
  • Leefstijl: gebrek aan fysieke activiteit kan leiden tot zwakkere botten en een hoger valrisico. Roken en overmatig alcoholgebruik kunnen ook bijdragen aan een verhoogd risico op botfracturen.

Cijfers en statistieken

Enkele interessante cijfers en statistieken over polsbreuken.

  • Incidentie: in Nederland worden elk jaar meer dan 45.000 polsfracturen geregistreerd (1). Hiermee behoort een polsfractuur tot de meest voorkomende botbreuken.
  • Leeftijd: polsbreuken komen bij elke leeftijd voor, maar voor het grootste deel bij mensen tussen de 50 en 70 jaar oud (1).
  • Kosten: in Nederland worden de directe medische kosten voor de behandeling van osteoporotische fracturen alleen al geschat op honderden miljoenen euro’s per jaar (2). Dit betreft dus elke soort osteoporotische fractuur, en niet alleen polsfracturen.
  • Blijvend letsel: een verminderde lenigheid en kracht in de pols zijn voorkomende restklachten na een gebroken pols. Hoewel er tot nu toe geen specifieke statistieken beschikbaar zijn, kunnen de meeste patiënten met voldoende inzet en discipline tijdens de revalidatie een goed functionerend niveau bereiken.

Behandel mogelijkheden: opereren of niet?

Net als bij veel andere breuken kan een polsfractuur worden behandeld met een conservatief of operatief beleid. Bij een conservatief beleid wordt er niet geopereerd, maar gebruikgemaakt van repositioneren en gips. Een operatief beleid houdt, zoals de naam al aangeeft, een operatie in. De keuze tussen een conservatieve of operatieve behandeling hangt af van verschillende factoren, zoals het type fractuur, de aanwezigheid van een open botbreuk en de mate van standsafwijking (deformatie).

Een conservatief beleid

Een conservatieve behandeling heeft over het algemeen de voorkeur bij het herstellen van een polsfractuur, mits dit mogelijk en verantwoord is. Bij een operatie wordt namelijk ook schade toegebracht aan de pols en arm. Deze extra schade kan de kans op complicaties, zoals een infectie, vergroten.

Bij een conservatief beleid wordt vaak een zogenaamde gesloten repositie uitgevoerd. Hierbij worden, onder verdoving, de gebroken botstukken weer in de juiste positie geplaatst. Voorwaarde voor een gesloten repositie is dat de botstukken niet te ver uit elkaar liggen, er geen abnormaal grote standsafwijking is die zorgt voor een grote mate van functieverlies en er geen sprake is van een open botbreuk. Dit wordt onderzocht met onder andere een röntgenfoto of CT-scan.

Na de gesloten repositie wordt meestal gips aangebracht om de pols te stabiliseren en te immobiliseren. Dit zorgt ervoor dat de botstukken ongestoord aan elkaar kunnen groeien. Deze immobilisatieperiode duurt doorgaans drie tot zes weken. Bij kleinere fracturen kan er ook worden gekozen voor een brace of spalk.

Een operatief beleid

Een operatief beleid wordt ingezet als een conservatieve behandeling niet mogelijk is. Dit is vaak het geval bij:

  • Een grote breuk waarbij de botstukken te ver uit elkaar liggen.
  • Een breuk met meer dan twee botfragmenten.
  • Een open botbreuk.
  • Ernstige deformiteit.
  • Ernstige overige interne schade aan de pols.

Uitzonderingen op deze regel zijn patiënten met dementie, een hoge leeftijd of een al bestaande beperking waardoor de hand niet goed functioneert. In zulke gevallen kan er, ondanks een indicatie voor een operatie, toch worden gekozen voor een conservatief beleid (1).

De operatie, ook wel een open repositie genoemd, bestaat uit het herstellen van de afwijkende stand van de pols. De gebroken botstukken worden gefixeerd met pinnen, plaatjes en schroeven. Na de operatie volgt een periode van enkele weken waarin de pols wordt geïmmobiliseerd. Net als bij een conservatieve behandeling varieert deze periode doorgaans van drie tot zes weken.

Handige (ergonomische) hulpmiddelen en tips voor thuis bij een gebroken pols

Thuisherstel na een polsfractuur kan uitdagend zijn, maar met de juiste hulpmiddelen, tips en ergonomische aanpassingen kun je het jezelf wat makkelijker maken.

Hulpmiddelen voor thuis

    • Bad- en toiletbeugels: bieden extra steun en veiligheid in de badkamer. Handig bij het opstaan vanaf het toilet.
    • Toiletverhoger: maakt het gemakkelijker om op te staan van het toilet. Handig wanneer je al moeite had met opstaan vanaf het toilet.
    • Douchestoel en antislipmat: bieden extra veiligheid in de badkamer.
    • Een knopenhaak: een hulpmiddel waarmee je met één hand knopen kan sluiten op kleding.
    • (Lange) schoenlepel: bij moeite met het aantrekken van schoenen.
    • Een snijplank met anti sliprand: wanneer je moet koken maar moeite hebt met het snijden van groenten, fruit of vlees.

Tips voor thuis:

    • Werkhoogte: zorg dat tafels, bureaus en werkbladen op een comfortabele hoogte zijn om overbelasting te voorkomen.
    • Veilige omgeving: verwijder thuis losse kleedjes, kabels en andere obstakels. Zorg voor ruime looppaden en goede verlichting.
    • Comfortabele kleding: draag kleding waarin je makkelijk kunt bewegen en jezelf makkelijk kunt aan- en uitkleden.
    • Noodnummers: maak een lijst van belangrijke telefoonnummers, zoals die van je huisarts, orthopeed, fysiotherapeut, thuiszorg, huishoudelijke hulp en naaste familie.

Pijnmanagement bij een polsbreuk

Tijdens de revalidatie na een polsfractuur zul je onvermijdelijk te maken krijgen met pijn, zwelling en stijfheid in je arm, pols, hand en vingers. Deze symptomen zijn een normaal onderdeel van de revalidatie. Na een operatie kun je bovendien extra pijn ervaren door de operatiewond. Effectief pijnmanagement is daarom essentieel voor je comfort en welzijn.

Langdurige pijn en stijfheid in pols en hand

Na een polsfractuur, al dan niet in combinatie met een operatie, kunnen je onderarm, pols, hand en vingers opzwellen. Ook ontstaat er vaak spierstijfheid, wat kan leiden tot een merkbare afname van de beweeglijkheid van je hand. Dit is een normaal verschijnsel en kan maanden aanhouden na de breuk.

Wees gerust: naarmate de tijd verstrijkt, zullen de pijn, zwelling en stijfheid geleidelijk afnemen. Dit herstelproces verloopt echter langzaam en vaak in kleine stappen. Veel patiënten ervaren deze revalidatieperiode als traag. Het is daarom belangrijk om geduldig te blijven en consequent de voorgeschreven oefeningen te doen. Door dit vol te houden, verminderen je klachten uiteindelijk.

 

Houdingsadviezen en mitella

De houding van je gebroken pols kan een grote invloed hebben op je pijnklachten. Doordat je je arm minder gebruikt, zijn je arm- en handspieren minder actief. Hierdoor kan zwelling en vocht zich makkelijker ophopen in je hand en vingers, wat een beknellend of onprettig gevoel kan geven. Om dit te voorkomen, is het belangrijk om je arm en hand niet naar beneden te laten hangen in rust. Wanneer je arm naar beneden hangt, stroomt door de zwaartekracht meer zwelling en vocht naar je hand en vingers. Leg je arm in plaats daarvan comfortabel en ondersteund, bijvoorbeeld op een kussentje. Als je een mitella draagt, zorg er dan voor dat je vuist iets hoger ligt dan je elleboog. Ook dit helpt om overmatige zwelling in je hand en vingers te voorkomen.

De status van je pols na de periode van gips, een brace of spalk

Na een polsbreuk zullen er altijd enkele veranderingen in mobiliteit, coördinatie en kracht optreden in de onderarm, pols, hand en vingers. Dit komt zowel door het letsel zelf als door de noodzakelijke periode van rust en immobilisatie waarin je arm en hand minder bewoog.

Pijn, een zeurend gevoel en tintelingen in de pols, hand en vingers

De pijn die je ervaart komt zowel door het lichamelijke letsel als door de periode van drie tot zes weken waarin je pols minder bewoog. Dit kan oncomfortabele sensaties veroorzaken in de hand, die soms door kunnen trekken naar je arm en schouder.

Pijn is een complex proces dat beïnvloed wordt door verschillende factoren. Na de breuk zijn er verschillende soorten cellen actief in het getroffen gebied, waaronder ontstekingscellen. Deze dragen bij aan fenomenen zoals hyperalgesie (verhoogde gevoeligheid voor pijn) en allodynie (waarbij normale prikkels als pijn worden ervaren). Deze sensaties zullen na verloop van tijd afnemen.

Daarnaast kan zwelling druk en beklemming veroorzaken, wat leidt tot tintelingen in de hand en vingers (paresthesieën). Dit zal ook geleidelijk afnemen naarmate de tijd vordert.

Een verminderde mobiliteit van je pols, hand en vingers

Door het letsel en de periode van rust en immobilisatie kan er stijfheid ontstaan in je pols, hand en vingers. Dit kan zich uiten in een vermindering van de mobiliteit, en in sommige gevallen kan de hand in een “klauwstand” staan en voelt je pols “op slot”. Dit is normaal kort na het verwijderen van het gips, de spalk of de brace, en kan zelfs in de maanden daarna nog blijven.

Om de mobiliteit te herstellen, wordt direct na de immobilisatieperiode gestart met dagelijkse rustige beweegoefeningen voor de pols en vingers. In sommige gevallen kan er een kleine beperking in de pols blijven, maar dit veroorzaakt meestal weinig problemen in het dagelijks leven.

Een verminderde coördinatie van je pols, hand en vingers

Na een polsbreuk kan de coördinatie van je pols, hand en vingers verminderd zijn, vooral bij het uitvoeren van kleine en precieze bewegingen met je vingers. Om de coördinatie te verbeteren begin je na de immobilisatieperiode met dagelijkse oefeningen. Voorbeelden zijn het aanraken van je duim met je andere vingers of een prop maken van een papier. Vaak herstelt de coördinatie volledig.

Een verminderde handknijpkracht

Na de breuk zal je handknijpkracht aanzienlijk verminderd zijn. Wat voorheen lichte voorwerpen waren, voelen nu zwaar aan. Deze afname van kracht komt door het lichamelijke letsel en de afname van spierkracht door de noodzakelijke rust- en immobilisatieperiode.

In de weken en maanden die volgen, zal de handknijpkracht langzaam terugkeren. Dit is vaak een langzaam proces dat zes maanden of langer kan duren en veel oefentherapie en geduld vereist. Het oppakken van je dagelijkse bezigheden kan ook bijdragen aan het herstel van kracht.

Soms blijft er een klein krachtverschil tussen je aangedane hand en de andere hand, maar dit heeft meestal weinig invloed op je dagelijkse activiteiten. Het is belangrijk te weten dat een klein krachtverschil, zelfs na het afronden van de revalidatie, nog steeds getraind kan worden als je hier aandacht aan blijft besteden.

Het afbouwen van een brace, mitella of spalk

Wanneer het gips is verwijderd en/of je af mag bouwen met je brace, mitella of spalk mag je weer meer bewegen met je arm, pols, hand en vingers. Het kan echter nog steeds prettig zijn om een brace of mitella te gebruiken.  Het afbouwen van deze hulpmiddelen kan vaak op basis van je eigen gevoel, maar dit gebeurt doorgaans in overleg met je fysiotherapeut. Er zijn enkele voorwaarden en “spelregels” om rekening mee te houden bij het afbouwen van deze hulpmiddelen.

Het is belangrijk om te weten dat het afwisselen tussen wel en niet gebruiken van hulpmiddelen een goede strategie is. Het is vaak veilig om een paar uur zonder hulpmiddel door te brengen en daarna weer met hulpmiddel te functioneren.
Het is echter van belang dat je bij het afdoen niet plotseling veel meer pijn ervaart. In dat geval is het waarschijnlijk nog te vroeg om af te bouwen, en kun je beter enkele dagen tot weken wachten. Een vermoeid gevoel is wel acceptabel. Als dit vermoeiende gevoel je echter beperkt in je dagelijks leven, gebruik dan gerust het hulpmiddel weer.

Begin met het afbouwen door binnenshuis zonder hulpmiddel te functioneren. Wanneer dit goed gaat, probeer dan ook rondom je huis geen hulpmiddel te gebruiken. Daarna kun je geleidelijk het gebruik verder verminderen, bijvoorbeeld door het hulpmiddel pas weer te gebruiken als je naar je werk gaat of tijdens langere wandelingen. Op deze manier kun je, afhankelijk van je dagelijkse routine, stapsgewijs het gebruik van hulpmiddelen afbouwen.

Houd er rekening mee dat je tijdens dit proces onvermijdelijk af en toe een stapje terug zult doen in je revalidatie. Op dagen dat je je goed voelt, kan het verleidelijk zijn om extra taken op te pakken, maar de volgende dag kun je merken dat je pols zwaarder en vermoeider aanvoelt. Dit is een veelvoorkomend en normaal verschijnsel door de afgenomen fysieke belastbaarheid. Je lichaam moet weer wennen aan de “nieuwe” belasting. Het is geen probleem om meer rust te nemen en je hulpmiddel weer vaker te gebruiken als dat nodig is.

Bespreek specifieke instructies over het afbouwen van hulpmiddelen altijd met je fysiotherapeut.

Het opbouwen van de fysieke belastbaarheid van je arm

Om je arm, pols, hand en vingers weer volledig fysiek belastbaar te krijgen zul je oefentherapie moeten uitvoeren. De eerste zes weken bestaan vaak uit alleen mobiliteitsoefeningen waarbij je de pols, hand en vingers rekt en strekt. De periode hierna wordt aangevuld met lichte krachtoefeningen die naarmate te tijd vordert zwaarder worden.

Een oefeningenschema voor herstel van mobiliteit, coördinatie en kracht vindt je in ons e-book.

Langdurige en mogelijk blijvende restklachten

Globaal gezien zal 90-100% van het lichamelijk herstel plaatsvinden in de twaalf maanden na het ontstaan van de polsbreuk. Door je revalidatie serieus te nemen en je aan voorgeschreven adviezen te houden, vergroot je de kans op volledig herstel op de lange termijn.

Echter, zelfs als je je strikt aan voorgeschreven adviezen houdt en fysiotherapie volgt, is er zelfs dan nog altijd een kans aanwezig dat je niet volledig herstelt. Voorkomende blijvende restklachten zijn een lichte “deformiteit” van de pols (een knobbel, kronkel of bocht), een blijvende verminderde mobiliteit en lenigheid van de pols en/of vingers en een verminderde handknijpkracht. Het is fijn om te weten dat veel van de patiënten met blijvende restklachten wel goed kunnen blijven functioneren in allerdagelijkse handelingen.

E-book “Herstel van een gebroken pols

Het volledige e-book “Herstel van een gebroken pols” is gebaseerd op 20 wetenschappelijke bronnen, geschreven in heldere patiëntentaal. Ben je benieuwd naar meer waardevolle informatie en tips om jouw herstel nog effectiever te maken en te optimaliseren? Neem dan een kijkje bij dit e-book.

✅ Alle informatie voor jouw revalidatie
✅ Onderbouwde adviezen in heldere taal
Praktische leefstijl tips voor effectief herstel

E-book voor elk soort botbreuk

Naast dit specifieke e-book voor het herstel van een gebroken pols bieden wij ook het algemene e-book "Botbreuk herstel" aan met tips en adviezen die gelden voor elk soort botbreuk.